Nasi garam massala met kipsaté

Vanavond eten we een variatie op nasi. Deze keer heb ik de rijst met spitskool gekruid met garam massala kruiden, ketjap en sambal. Van gemarineerde biologische kipfilet heb ik kipsaté gemaakt die ik met een zelfgemaakte pindasaus heb geserveerd.
Ingrediënten*

• 2 biologische kipfilets, in blokjes
• 3 el. arachide-olie
• 1 grote ui, grof gehakt
• 1 middelgrote spitskool, in reepjes
• 2 el. ketjap manis
• 1 el. sambal badjak
• 2 el. garam massala kruiden
• 4 el. pindakaas
• 2 el. gemalen kokos
• 1 sjalotje, zeer fijn gehakt
• 100 ml. melk
• 125 gr. witte rijst

voor de marinade

• 4 el. ketjap manis
• 2 el. sambal badjak
• 2 teentjes knoflook, geperst
• 2 tl. serehpoeder (citroengras)
• 2 tl. laos
• 2 tl. djinten (komijnpoeder)
• 2 tl. djahé (gemberpoeder)

* voor 2 volwassenen.

Bereiding

Maak de marinade door alle ingrediënten goed door elkaar te kloppen. Roer de blokjes kip erdoor en laat minimaal 30 minuten marineren. Leg zes satéstokjes ca. 30 minuten in koud water. Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Verwarm de ovengril voor op de hoogste stand. Haal de kipfilet uit de marinade. Bewaar de marinade. Rijg de kipfiletblokjes aan de zes stokjes. Maak van de pindakaas, de marinade, kokos, sjalot en melk een mooie pindasaus. Verhit de olie in een (gietijzeren) wok en roerbak de ui en spitskool gedurende 8 minuten. Roer er de ketjap, sambal en garam massala kruiden door. Leg de stokjes met kip op het rooster en grill ze in ca. 8 minuten goudbruin en gaar. Meng intussen de rijst met het kool-uimengsel. Serveer de nasi met de stokjes saté en de pindasaus. Eet smakelijk!